Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

februari 2021 2.8: Angstaanjagend Avontuur (1)

Seizoen, seizoen, wat ga je doen?

Angstaanjagend Avontuur (1) 

Chris Coolsma

Deze verwarrende tijd zet mij extra aan het denken over zingeving. Dit thema houdt me al langer bezig, sinds ik probeer om een persoonlijk humanistisch credo te ontwerpen. Als tegenwicht tegen dat andere dwingende credo, waar ik 50 jaar geleden afscheid van genomen heb. Rond een jaarwisseling van een duister naar een hopelijk lichtgevend jaar worden we er met onze verkouden neuzen op gedrukt. Wat ik over ‘zin van het leven’ denk?

Antimetafysisch 

Je hoort vaak zeggen dat er ‘iets’ is

terwijl ik denk dat er juist niets is

buiten wetten der natuur

is er wel veel avontuur

en fantastische verzinsels

maar het blijven hersenspinsels.

 

Er zijn geen geesten en geen goden

en geen rondspokende doden,

er is geen hemel en geen hel

ook al zeggen ze van wel.

Dus, ook voor wie dit niet wil horen:

Het zit hier, tussen je oren.


Dit is de kern van het credo van Chris

zin geef je zelf, vul maar in wat het is.


Toen kwam ik Nietzsche tegen in Human Inc.  Ik geef toe dat ik nooit meer van Nietzsche heb gelezen dan wat beroemde regels die uit zijn werk zijn losgescheurd. Die over de dood van God, die vooral. Die uitspraak had ik niet helemaal begrepen. In de kantlijn van een sociologiecollege uit 1966 over de functies van religies schreef ik: ‘als bidden uit handen geven is, dan bid ik niet meer’. Terwijl het over de dood van de absolute, enige waarheid gaat, de unieke zin van het leven. Nietzsche zou ik in 1969 weer tegenkomen in een boek over de geschiedenis van de politieke theorie. Het leerde me dat zijn ideeën over helden en slaven zijn geperverteerd door fascistische bewegingen, met dank aan zijn zus. Ik denk niet dat lezen van nog meer Nietzsche me veel veranderd had. Van al de andere filosofen wiens werken ik zwetend gespeld heb, is ook weinig blijven hangen. Maar wat ik nu over hem lees in ‘Human Inc’ spreekt me wel aan, al ben ik veel te voorzichtig, ja, noem me bang burgerlijk, om (ik citeer) ‘alles op losse schroeven te zetten en te dansen aan de rand van de afgrond, balancerend tussen vragen, mogelijkheden en perspectieven, op het randje van wat ik in mijn leven vorm kan geven.’ Dat het leven een ‘huiveringwekkend, verrukkelijk raadsel is’ waarvan de zin niet vastgepind moet en kan worden, ja, dat denk ik ook. De zin van het leven is gegeven bij onze geboorte, krijgt vorm in de liefde van en voor anderen, moet door onszelf verder ingevuld worden. Dansen aan de rand van de afgrond, dat moeten we allemaal, want we gaan dood en dat kan elk moment gebeuren. Leven is riskant, maar dat betekent voor mij niet dat ik voortdurend extra risico moet nemen.  Een groot deel van de wereldbevolking leeft in permanente onzekerheid over de komende dag, onder dreiging van honger, misbruik, onderdrukking, ziekte en oorlog. De hele bliksemse behoeftenpiramide van Maslow staat voor hen op instorten. Voor mij geldt dat niet. Waarom zou ik dat in de waagschaal stellen? Het jaagt me angst aan.

In de dagen dat ik over deze column nadacht, vroeg ik me af wat het angstaanjagendste is, dat ik heb meegemaakt. We praatten er samen over, mijn Lidi* en ik, en ze wist het al meteen. Ik vroeg me af of er geen andere spannende gebeurtenissen waren. Uiteindelijk kwamen we op twee belevenissen, allebei tijdens vakantie en allebei verbonden met onze afkeer van van onverharde wegen in bergachtige gebieden, die toen begon en nooit meer over is gegaan. Het was in Wells Gray Park in Brits Columbia en in het Diepwalle regenwoud in Zuid-Afrika. Alles was daar fysisch. Rotsen, oerwoud, regen en halfverharde wegen. Metafysisch was er niets, of het moest de angst geweest zijn.
Wordt vervolgd.

Veel columnisten schrijven ‘de man’, ‘de vriendin’, ‘het kind’ als ze het over hun geliefden hebben. Dat is maar kort grappig.

8 reacties

  1. Jac de Bruijn schreef:

    Dank Chris
    Reminder aan mijn studie theologie waar Nietzsche uiteraard ook langs kwam. Monde uit in diepe gesprekken over betekenis en waarden en de inzet van geloof. Liefde en vertrouwen voerden de boventoon en doen dat nog steeds bij mij. In alle angst en verwarring of radeloosheid. Toen was de negatieve theologie aansprekend – vooral wie en wat God niet was – maar in zingevende betekenissen zijn mensen sterk en helpend voor elkaar- zo is je column een mooie bijdrage! Dank

  2. Chris Coolsma schreef:

    Als steeds graag gedaan Jac. Ik schreef een uitvoerig antwoord, dat weer verdwenen was toen ik even iets opzocht op een andere website. Dit zocht ik: https://chriscoolsma.medium.com/god-doesnt-exist-none-of-the-4300-invented-by-human-beings-exist-only-between-the-ears-of-the-c5aa6bac0a60

    Eens over liefde en vertrouwen. Inmiddels heb ik mijn humanistisch credo zo aangepast, dat het geen arrogant verwerpen van geloven meer bevat. Je zou mijn opvatting zo kunnen samenvatten: goden zijn verzinsels, samen met de daaromheen verzonnen geloofsverhalen; ieder mens is vrij om te kiezen voor geloof aan die verzinsels of niet geloven aan die verzinsels; of je nu gelooft of niet, het gaat erom te streven naar goed mens zijn (wat impliceert dat je voortdurend moet uitvinden wat ‘goed mens zijn’ betekent voor je houding en gedrag).

  3. Marianne van Delft schreef:

    Beste Chris, Ten eerste gefeliciteerd met je fantastische column jubileum. Hopelijk heeft de mooie taart goed gesmaakt. Ikzelf heb een tijdje gekauwd op je nieuwe werk. Hans nodigt me uit me in de discussie te mengen. Nou, daar ben ik.

    Gelukkig ben ik niet met een geloof grootgebracht, zodat ik nooit heb hoeven worstelen met het probleem ‘als het allemaal niet waar is, wat is er dàn?’. Wat ik wèl heb meegekregen is het geloof in genieten en het daarmee samenhangende geluk. En later vroeg ik me af: als we meer zouden genieten, onszelf niet voortdurend voor de voeten zouden lopen, en niet zouden voortsjokken in de tredmolen van vastgeroeste gewoontes, zouden we dan niet allemaal veel meer van elkaar houden? Ook van onszelf? En met genieten bedoel ik nadrukkelijk niet een weekje IJsland of een wandeling over de Chinese muur, de musthaves die onze planeet en het leven van onze (klein)kinderen vervuilen en bedreigen.
    Een op jonge leeftijd overleden goede vriendin van mij liet als credo op haar overlijdensbericht achter: geniet van de kleine dingen en geef een beetje om elkaar. Mooi hè?

  4. Chris Coolsma schreef:

    Beste Marianne,

    Fijn dat je reageert!

    Prachtig eenvoudig credo van je vriendin. Ik ga er niet op beknibbelen. ‘Geef een beetje om elkaar’ komt naar mijn gevoel overeen met de grondregel ‘wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet’. Actiever: ‘wat jij wilt dat jou geschiedt, doe dat ook de ander’. Over geluk denk ik ook vaak na. Het lijkt mijn geen op zichzelf staand doel van leven, maar een bijeffect van het zingeven. Als je je leven en dat van anderen zinvol probeert te maken, levert dat misschien geluk op. Jouw reactie leidde er toe dat ik de tekst van mijn ‘credo’ nog eens aandachtig heb doorgelezen. Het is niet af en er valt nog veel aan te verbeteren. Eigenlijk verandert het met het leven en denken mee.
    In deze tijd vallen die kleine dingen op. Wandelen in de wondere sneeuwwereld. De vogels in de tuin. Mensen die rekening houden met elkaar. Lachjes om de onhandige coronadansen. Berichten van en over de kleinkinderen. Gesprekken met vrienden. Schrijven van en column (vandaag die van maart voorgelezen, morgen die van april voltooien). Reacties krijgen. En voor mij vooral pianospelen, werken aan moeilijke stukken en daarna verder verbeteren met een vriend. Trouwens ook: lezen (en soms voorlezen) van een van de mooiste boeken die ik ooit las: ‘De herinnerde soldaat’ van Anjet Daanje. Een wonder.

  5. Mariëtte Bonenkamp schreef:

    Dag Chris, ik moest er wel even over nadenken, over dat “niets”. Mijn opvoeding was een heel orthodox katholieke, die ik vanaf mijn 12de niet meer kon accepteren. Helaas moest ik nog tot mijn 21ste wachten (toen mocht ik eindelijk “op kamers”) voor ik in vrijheid zelf mijn innerlijke leven kon bepalen. Mezelf mocht worden dus. Daar heb ik veel mee geworsteld. Het geloof is altijd een probleem gebleven tussen mijn ouders en mijzelf. En juist omdat er geen milimeter vrijheid gegeven werd om te voelen wat ik voelde, heb ik een hekel gekregen aan alle hokjesdenkers. Inmiddels merk ik dat het wat zachter wordt allemaal. Ik begrijp nu hoe mijn ouders dachten. Afstand doet wonderen.
    Ik denk dat er wel iets is. Dat besef groeit steeds meer in mijn gedachten. De tussenruimte, de dialoog, de mogelijkheid tot contact. Die is voor alle levende wezens aanwezig.
    Je ziet het in de natuur ook als je goed naar de dieren kijkt. Voortdurende interactie.
    Is dat niet wat het leven uitmaakt? Worden we als mens gezien, dan voelen we ons levend.
    Als we een goed gesprek hebben gehad voelen we ons weer vibreren. Zijn we weer in staat een poosje door te gaan op onze weg. En voelen we ons gesteund, gezien. Ook als dat gesprek plaatsvond in een trein, in het voorbijgaan tijdens de corona-wandeling, bij het toevallig samen zien (en horen!)dat een groep grutto’s opvliegt. Het grootste probleem van dit afgelopen jaar vol beperkingen was juist het gemis van die energie. Wat zal het heerlijk zijn als we ons weer kunnen laven aan de ander – die vaak net zo worstelt als wij zelf, daar kom ik langzamerhand ook achter !

    • Chris Coolsma schreef:

      Blijkbaar controleer ik niet vaak genoeg of er reacties zijn op mijn columns, Mariëtte. Onder het juk van je ouders uit groeien, dat moeten we allemaal. Zelfs als je helemaal vrijgelaten wordt, wil je hen niet kwetsen. Je hebt je eigen weg gevonden en nu kom je tot de conclusie dat er wel ‘iets’ is. Voor jou is dat nu het contact met de ander geworden. De tussenruimte, zoals jij het noemt. Dat is wat zin aan menselijk leven geeft: de ander. Bij mijn pogingen om tot inzicht te komen over de zin van het leven hebben mij tot de overtuiging gebracht dat die niet gegeven is, zeker niet door een opperwezen, een hogere macht. We moeten het zelf doen. Daarbij is gegeven dat we niet alleen zijn , maar in gezelschap van de ander. In mijn ‘credo’ is het vierde artikel van de vijf basisprincipes: (De mens) kan zonder anderen weliswaar tijdelijk zin aan het leven geven, maar is tot samenleven geneigd en heeft bovendien de plicht om na te denken over de gevolgen van zijn daden voor anderen; moet er naar streven anderen zo min mogelijk te schaden (helemaal vermijdbaar is dat niet, we leven in een wereld van schaarste en verdelingsstrijd). We kunnen niet zonder de ander. Dat is echter niet het ‘iets’ waar mensen het over hebben als ze zeggen dat er wel of niet ‘iets’ is. Het is een onderdeel van jouw zingeving aan je leven. en van het mijne. Het is echter niet bepaald of gedicteerd van buiten of bovenaf. Het komt uit jezelf.

  6. Bert Hebing schreef:

    Beste Chris,
    Bedankt voor je essentiële en existentiële column! Ook ik ben als erg braaf en goedgelovig jongetje opgegroeid binnen, wat ik nu zie als, de misleidende beperkingen van het geloof in het algemeen en het katholicisme in het bijzonder. Het “Credo” heb ik talloze malen in de kerk in het Latijn meegezongen, zonder dat ik toentertijd ook maar enigszins begreep over welke fundamenten van het menselijk bestaan en denken het hier in essentie gaat; niet omdat het in het Latijn was – de vertaling stond er in mijn missaal naast – , maar vooral omdat ik gewoon eigenlijk niet nadacht over de inhoud van die geloofsbelijdenis. Je volgde gewoon slaafs wat de pastoor zei en wat er in de catechismus en andere heilige geschriften stond.
    Het naïeve geloven is voor een opgroeiende tiener best wel lang mijn ding gebleven. Later veranderde dat gelukkig, vooral toen ik (pas op mijn twintigste!) naar het avondgymnasium ging. Toen begon voor mij het zo geheten “vrije denken”. Dat werd verder aangewakkerd toen ik me tijdens mijn studie hoe langer hoe meer ging verdiepen in de (geschiedenis van de) filosofie. Heel veel filosofen zijn gestruikeld in hun pogingen om geloof enerzijds en filosofisch denken en wetenschapsbeoefening anderzijds op “geloofwaardige” wijze met elkaar te verzoenen. Een van de weinige filosofen die daar overtuigend in is geslaagd was “onze eigen” Baruch de Spinoza.
    Jouw regels:
    “Er zijn geen geesten en geen goden
    en geen rondspokende doden,
    er is geen hemel en geen hel
    ook al zeggen ze van wel”
    onderschrijf ik van harte. Als je al kunt spreken van een godheid of van “God als Schepper”, dan kan je dat volgens mij nergens anders zó overtuigend vinden als in de “ongelooflijk” knap in elkaar zittende teksten van Spinoza. “Natura naturans” vormt volgens Spinoza de kern van het bestaan in ons universum, m.a.w. de “naturende natuur” of in begrijpelijk Nederlands: de natuur zoals deze zichzelf continu verandert, schept en herschept. Dít is zo ongeveer mijn credo geworden. Maar goed, velen zullen zeggen dat dit ook een soort van geloof is, want wat weten wij in de kern nou eigenlijk echt zeker? We zijn als mensheid misschien wel al aardig op weg om het universum te begrijpen en te kennen. Dat vind ik al een hele troost!

    • Chris Coolsma schreef:

      Dank voor je hartelijke reactie Bert! Spinoza staat op mijn lijstje, maar ik kom er niet aan toe. Met je eens, wij weten niets zeker, dat is de menselijke conditie. Ik begrijp heel goed dat die onzekerheid tallozen naar een geloof drijft. Ik wens ze toe dat ze er zekerheid en zin aan ontlenen. Zolang ze het maar niemand opleggen.
      Aan het ontdekken van het universum (door anderen) ontleen ik veel plezier. Wetenschap, waarheidsvinding, kunsten en de liefde zijn de belangrijkste bronnen van zingeving en inspiratie, dat zal voor jou niet anders zijn, denk ik. Alleen al daarom word ik razend als die worden aangevallen. Ze zijn waarschijnlijk deel van mijn identiteit, anders kan ik niet goed verklaren waarom het bastaardei van Minerva mij elke keer weer zo raakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *