Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

november-column 2021 3.5: Jeugdvriendje

Seizoen, seizoen, wat ga je nu doen?

Chris Coolsma

Porschemodel 1955

Porschemodel 1955, Electromatic, versnelling met 4 standen, contactslot, werkend stuurwiel

Jeugdvriendje

 Zeg opnieuw Platolaan. Twee broertjes met zwart haar hebben ruzie om een driewieler. De kleine jongen is feller dan de grote, hij laat niet los. Er klinkt een kleine koebel: etenstijd, ze moeten naar huis. De klank is in mijn geheugen gegrift.  De eerste herinneringen etsen zich het diepste in de fotoplaten. Die kleine felle jongen wordt mijn vriendje door het grootste verschil tussen ons: hij durft alles, ik durf weinig. Ik word nog steeds aangetrokken door zulke mensen. Mensen die ondernemender en dwarser zijn, met een afkeer van regels. Ik denk juist dat regels onze redding zijn. Maar dankzij hem heb ik veel meer avonturen beleefd dan ik alleen ooit had aangedurfd.

Hij rijdt achterstevoren op een doortrapper, achteromkijkend. Als we toerdefransje spelen, wint hij ook van grotere jongens en meisjes. Hij rijdt al auto op zijn vijftiende, hoofd net boven het dashboard uit. Ook aan leeftijdsgrenzen heeft hij lak. Hij heeft een lawaaischuifje gebouwd in de knalpot van zijn NSU-brommer, dat ’s avonds opengaat in de stilste lanen. Hij bedenkt de tuinenloop – we proberen in het donker een rondje te lopen door alle 21 achtertuinen langs ons deel van de laan, door hagen en over schuttingen. We verbeteren een keer ons record, dan worden we gesnapt. ‘De Miljonair’ heeft een schijnwerper in de achtertuin, die opeens aanfloept, nadat we zijn kleinkinderen hadden nagebauwd. We ontsnappen, nog meer met elkaar verbonden door het avontuur.

Er komt een boot in zijn achtertuin te liggen, de restanten van een verkleinde BM. We zullen zeilen als de boot wordt gerestaureerd. Krabben, krabben, krabben. Spanten en planken vervangen. Breeuwen, verven, schuren, verven. Hij schijnt alle technieken al te beheersen en werkt het hardste. Mij vindt zijn vader maar lui, hij heeft gelijk. Op een dag ligt de boot in het water in Loosdrecht. We rijden er vaak op zijn tandem heen. Of we worden gebracht met de Amerikaanse slee van zijn moeder.

 

Pathetiek

 Van al die mensen die ik ooit heb gekend

komt Myra, de moeder van mijn jeugdvriendje,

het meest in aanmerking om hier naast me te zitten

op een regenachtige dag in de zomer van de

nooit drogende zeilen en de condens

op de ruiten van de oude Kipcaravan.

 

Ze speelt piano, maar nooit voor mij,

rookt elliptische Egyptische sigaretten die rode

peukjes worden van haar lipstick, en

nu schakelt ze soepel met de stuurpook van haar

Amerikaanse slee, een Rambler, en heeft

de Zesde van Tsjaikovski op de radio gevonden.

 

Dat ik vijftig jaar later weer gelukkig word

van de duistere en sombere fagotmelodie

uit de diepte van een zee van verdriet

heb ik aan jou te danken, Myra, en als we

even oud waren, zou ik vragen of ik je

bitterrode lippen mocht kussen om het verdriet

voor altijd uit je bedroefde ogen te vegen.

 

Zeg Loosdrecht, de Boomhoek. We tuigen de boot op. Hij is de schipper, meester in scherp aan de wind varen, water klotst over de boorden. Ik ben altijd fokkenist. Hij zal nog twee boten van wrak tot modelschip ombouwen. Op zijn zestiende heeft hij een tijdje een fraaigebruinde, gehuwde minnares met een lederen bikini. Misschien is ze vooral verliefd op de glanzende houten motorboot, die hij zorgvuldig heeft herbouwd. Ze ligt als een boegbeeld ton sur ton op het voordek.

 

Zeg ’t Harde en ik denk aan de soldaat die ik acht jaar later aantref op het achterterrein terwijl ik officier van piket ben, verantwoordelijk voor de hele kazerne. Hij is het! Hij moet de trein halen, maar hij gaat nooit door de poort het terrein op en af. Wat denken ze wel. Hij laat me het gaas zien dat hij kunstig heeft ingeknipt. Er zijn nog geen camera’s, maar daar had hij beslist ook iets op gevonden. We zien elkaar weer wat vaker. We worden volwassen, trouwen, krijgen kinderen. We delen alleen nog die tijd van toen. We zien elkaar voor het laatst bij de begrafenis van zijn vader. Hij is dan al zieker dan ik weet.  Nog een keer is hij me voor. Hij belt op een dag over het adres van een restaurateur van mijn elektrische auto(een Porsche), waar we altijd mee speelden. Het blijkt achteraf gezien zijn afscheidsboodschap. Kort daarna overlijdt hij. Waar hij ook terechtgekomen is, hij is over het achterhek geklommen en niet door de poort gegaan bij de wachters. Af en toe glipt hij naar buiten, dat weet ik zeker.

 

4 reacties

  1. Mariëtte Bonenkamp schreef:

    Dat vind ik nou zo leuk, elke keer als ik een column lees zit er zoveel in aan linkjes naar herinneringen, beelden, verleden.
    Ik krijg ook weer dingen terug waar ik lang niet aan gedacht heb. Zoals het autootje. Vroeger mochten alleen de jongens met de Matchbox autootjes spelen (en ze vernielden en passant alle loszittende onderdelen). Ik was er dan juist heel voorzichtig meee, vond het fantastisch nagemaakte modellen waar je zuinig op moest zijn. Net vorige maand bij mijn moeder een laatje opengetrokken, daar lagen alle resten. Hier een wiel, daar een chassis met kapotte raampjes, afgebroken achterklep. Zonde! Maar ook de herinnering die me meteen uit dat laatje tevoorschijn schoot, van het voortdurende geharrewar van 3 jongens die deze weelde met elkaar deelden (toen waren er pas 3 broertjes, de vierde kwam jaren later toen alles al kapot was en de originelen niet meer te koop).

    Daar ook ineens de bloemkoolgeur van de vrijdag. Vis op het menu met een wazige azijnachtige saus die er altijd bij zat. Mijn moeder had op dat moment al 6 of 7 kinderen en beslist geen aandacht voor het culinaire. Dat sausje vond ik altijd vreemd smaken, nooit meer een recept gevonden dat daarop leek of in elk geval een dergelijke uitkomst had. En dan dus bloemkool erbij ( heel gaar natuurlijk).
    Enfin, het is logisch dat wij als kinderen allemaal zelf zijn gaan koken (ook de jongens), we konden het stuk voor stuk beter dan mijn moeder ooit heeft gekund. Maar ja, ga er ook maar eens aan staan. Hoe kun je zoveel kinderen tevreden houden..

    Uiteindelijk ging de oudste het huis uit toen de jongste twee van de 9 groot genoeg waren om zelf te lopen – met autootjes te spelen (of met de poppen die er nog over waren -want allemaal erfstukken van de oudere kinderen natuurlijk- evenals talloze kledingstukken, minstens 6 keer gebruikt voor ze uiteindelijk bij Oostpriesterhulp belandden).
    Wat een rijke herinneringen komen er naar boven. Noem bij mij Spoorlaan en ik kan er eindeloos over door mijmeren.
    En dan heb ik het nog niet over de treinen die langskwamen. In onze jeugd waren er nog geen hekken, hoogstens wat struikjes die ons huis en de straat scheidden van de rails. Nooit iets gebeurd eigenlijk want de oudsten mochten de jongeren geen moment uit het oog verliezen.
    We hebben zelfs een familiefoto die is gemaakt bij het spoor, ik denk van het 12 1/2 jarige huwelijksjubileum van onze ouders.
    Enfin, genoeg dat er opborrelt.
    Fijne column, Chris! Inspirerend als altijd. Graag meer!

    • Chris Coolsma schreef:

      Bloemkool, slapgekookt, met maizenasaus…..wie van de generaties van de jaren veertig en vijftig heeft dat niet gegeten, met kruimige aardappels, slavinken en jus. Onze moeders hadden dikwijls een groot gezin te voeden en niet meer dan het Margrietkookboek ter beschikking. En toen kwam Wina Born. Het is precies de bedoeling dat mijn herinneringen bij de lezers herinneringen oproepen. Mooi beschreven, Mariëtte. Je mag volgende keer met mijn Matchboxautootjes spelen. Ik geef toe, ze zijn ook verveloos en gebutst, van drie generaties Coolsma jongens inmiddels. We hadden ook Dinky Toys. Met dit jeugdvriendje (en anderen) deden we wedstrijden wie-het-verste-komt. Vaak waren dat de plinten van de kamers. Toen we het huurhuis verlieten ontdekte de volgende huurder dat in de verf van alle plinten op een vaste hoogte een verveloze, ingedrukte streep stond van de bumpertjes van de Dinky Toys.

  2. Kees van den Herik schreef:

    Wat prachtig!
    Plaatsvervangend werd ik ook verliefd op Myra.
    En dan haar zoon..
    Je hebt voor beiden een monument opgericht.
    Is van een ontroerende schoonheid.

    • Chris Coolsma schreef:

      Met dit antwoord doe je me ontzettend veel plezier Kees! Ik loop al lang rond met versies van dit verhaal. Het moeilijkste was om me te beperken, er zijn zoveel herinneringen aan hem. Het gedicht was uiteindelijk de kiemcel. Ik heb de moeder de naam gegeven van de pianiste die ze bewonderde: Myra Hess, ja, die van Joy of Man’s desiring. M. speelde goed genoeg om het pianoconcert in D van Haydn uit te voeren. Ik kreeg de versie voor twee piano’s van haar, niet beseffend dat ik die twintig jaar later zou gebruiken bij het instuderen. De uitvoering van dat concert is een van de gelukkigste momenten van mijn leven. We hadden het gespeeld, trillend van de zenuwen. Tijdens de nazit zei iemand: waarom spelen jullie het niet nog een keer? Nu waren de zenuwen verdwenen, tijdens het spelen voelde het alsof iedereen in de kamer als een mens ademde.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *