Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the pafe domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/vhosts/egelantierseizoenen.nl/httpdocs/wp-includes/functions.php on line 6121

Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the google-analytics-dashboard-for-wp domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/vhosts/egelantierseizoenen.nl/httpdocs/wp-includes/functions.php on line 6121
mei 2022: 3-11 Een dappere, jonge vrouw – Egelantier de 4 Seizoenen
Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

mei 2022: 3-11 Een dappere, jonge vrouw

Kunst, cultuur, natuur en wonen in De Egelantier

Seizoen, seizoen, wat ga je nu doen

Een dappere, jonge vrouw

Chris Coolsma

Het resultaat van ons gesprek

 

Wat past er beter bij de eerste week van de maand mei, dan een deeltje van het  verzetsverhaal van mijn dappere tante Jeanne? Ik noem haar naam met enige schroom, omdat ik niet de kans wil lopen dat ze me vanuit haar graf met verzengende bliksems treft als ik dit verhaal vertel. Ze weigerde namelijk tot in haar laatste dagen om erover te praten en dwong ons ook tot zwijgen. Moet je zo’n wens eerbiedigen? Als het om roddel, kwaadspreken of onthullen van misstappen gaat wel. Maar nu het om moed en verzet vanuit het hart gaat?

 

Jeanne werd getroffen door polio toen ze nog heel jong was. Het daaruit voortkomende gebrek hield ze haar hele leven verborgen zoveel ze kon. Ik moest altijd aan haar denken als ik in de Utrechtse bussen van de GEVU de reclame van haar schoenmaker zag: een tekening van een hoge schoen in de steigers. Watervlug was ze, hoge schoen of niet. Behalve als het beter uitkwam om te strompelen.  

 

Jeanne woonde sinds 1936 – ze was toen 20 – aan een gracht in Utrecht. Eerst alleen met mijn oma en met haar kat, altijd een kat. Vanaf het bombardement op Rotterdam, dat mijn vader uit zijn geliefde stad joeg en de Duitsers definitief in rotmoffen veranderde, gingen ze vanzelfsprekend in het verzet. Jeanne nam onderduikers op, hielp ze met verplaatsen, en verspreidde verzetsbladen. Al vroeg in de oorlog nam ze een Joods echtpaar in huis, de Grünenbaums. Lieve mensen, zei tante Jeanne altijd. Meer niet, want ze zou zich de rest van haar leven schamen dat ze hen niet had kunnen weerhouden van vertrek naar Theresienstadt. Haar Yad Vashem onderscheiding heb ik nooit mogen zien, maar ik ken een getuigenis over haar hulp aan onderduikende Joden. Raadselachtig genoeg gaat die getuigenis over een huis in Hilversum, waar ze niet woonde. Ik heb een oplossing bedacht, maar dat is een ander verhaal. Vanaf 1943 werd de situatie ook voor jonge Nederlandse mannen steeds nijpender. Arbeitseinsatz! Mijn vader was er met een enigszins vervalst doktersattest nog aan ontsnapt en slaagde er zelfs in om zijn nicht  – mijn latere moeder- met haar kinderen uit Duitsland terug te halen, voordat de razzia’s heftiger werden. Op een dag dook hij toch onder bij zijn zus, samen met een man waarvan ik alleen de onderduikersnaam ken: Jacob Blankenburg. Mijn vaders schuilnaam was Hans Jansen. Je moet nooit je voornaam veranderen, zodat je juist reageert als je wordt nageroepen. En je achternaam kan maar beter algemeen voorkomen. Ze vervalsten persoonsbewijzen, typten verzetsblaadjes op een niet ingeleverde typemachine en luisterden met behulp van een eveneens niet ingeleverde radio-ontvanger  naar Radio Oranje. Daarnaast was mijn vader klokkenmaker en schoenlapper.

Op een mooie voorjaarsdag zat een nonchalant nichtje bij een open raam van het huis een verzetsblaadje te tikken. Dat werd verraden aan de Grüne Polizei. Mijn vader had zich net gewassen en stond op de overloop, toen hij luid geroep op straat hoorde. Het was tante Jeanne, die bij de apotheek gewaarschuwd was dat er mannen voor de deur stonden en nu schreeuwend aan kwam hobbelen. ‘Wacht, wacht, ik doe de deur open, trap hem niet kapot’, riep ze. De sleutel had ze opzettelijk ‘verloren’ in de apotheek. Nog steeds luid roepend liep ze weer terug, overdreven strompelend, zodat Hans en Jac. genoeg tijd hadden om zich te verstoppen in een ingenieus boven het plafond van de overloop gebouwd ‘kabouterhuisje’.  Liggend op een dikke laag matrassen hoorden ze het onderzoek van het huis plaatsvinden, begeleid door een nog steeds luid pratende tante Jeanne. Er werd dreigende taal gesproken, maar niets gevonden. Diezelfde avond bracht een verzetsman de jonge mannen zogenaamd op, pistool in de hand, naar een tijdelijk veiliger huis.

‘Jac. Blankenburg’ heeft een boekje gemaakt met aquarellen en documenten over de laatste dagen van de oorlog. Walcheren is op 21 april 1945 onder water gezet en de verbeelding is met de onderduikers en hun beschermster aan de haal gegaan. De blauwe lettertjes rechtsboven zijn nabootsingen van vervalste handtekeningen. Mijn vader luistert naar de radio met behulp van een kristalontvanger. De kennelijk aantrekkelijke apothekeres zat in het complot. Mij valt meer op: de negerpop, de spinnende vrouw, het kindje (Lola) en natuurlijk de kat. Een deel daarvan is voor altijd een raadsel gebleven.  ‘Don’t speak about’ was het Engelse motto.

 

6 reacties

  1. Mariëtte Bonenkamp schreef:

    Toch weer een mooi verhaal (en op een prettige manier verteld) over de moed en standvastigheid van een 20-jarige in oorlogstijd. Er zijn er natuurlijk veel meer geweest, zoals bijvoorbeeld Gisela Wieberdink-Söhnlein, moeder van een vriendin. Ook zij nam enorme risico’s vanuit haar gevoel voor rechtvaardigheid. Samen met een groep studentes heeft zij veel kinderen in de oorlog het leven kunnen redden. Wat heb ik een bewondering voor deze vrouwen! Natuurlijk gaat dan in mijn hoofd van alles om. Zoals de vraag: zou ik die moed hebben? Zou ik het aandurven? Daarbij dan altijd meteen de -hoopvolle- gedachte dat ik niet veel kans maak nog een oorlog van dichtbij mee te maken. Hoewel, met de huidige situatie in het achterhoofd kun je nauwelijks nog geloven dat oorlog ooit voorbij zal zijn.
    Gisela is afgelopen jaar op 100-jarige leeftijd overleden, niet meer wetend dat ze ooit geleefd heeft. Maar de indruk die zij – evenals Jeanne- heeft achtergelaten blijft inspireren. Om iets van het leven te maken ondanks alle tegenslagen. Om actie te ondernemen wanneer dat nodig is. Om hoop te houden op betere tijden.
    De ellende in Oekraïne blijft sinds die begon dit jaar ons leven donker kleuren. Maar dit verhaal is een lichtpuntje dat we vooral moeten vasthouden!

  2. Chris Coolsma schreef:

    Ook een dappere, toen jonge vrouw. Ik moet me altijd realiseren hoe jong ze waren in de oorlog, de mensen van de generatie van onze ouders. In alle oorlogen. De erevelden liggen vol jonge mannen. De koeriersters waren jonge meiden.

  3. Bert Hebing schreef:

    Er kleeft iets bijzonders aan oorlogsverhalen. Ze zijn enerzijds afschuwelijk en hartverscheurend en anderzijds zijn ze ook mooi. Bij ons thuis aan de keukentafel werden vroeger, ik spreek over eind jaren veertig begin jaren vijftig, veel verhalen verteld over de oorlog. Ik was toen vijf jaar oud, mijn zusje 4.
    Toen de oorlog begon waren mijn ouders ook nog jonge mensen; jonge mensen, die nog nooit een oorlog hadden gekend en daar dus ook niet aan gewend waren. Net als wij nu.
    Mijn vader was 24 toen de oorlog begon, mijn moeder 15. Op een dag in september 1943 hebben ze elkaar, vlak voor de “Sperrzeit”, bij toeval in de Jan Evertsenstraat te Amsterdam leren kennen. In 1944, nog tijdens de oorlog dus, zijn ze getrouwd.
    Mijn vader had in mei 1940 als marinier aan de Afsluitdijk gevochten, een ongelijke strijd met veel doden aan Nederlandse kant. In mijn vader’s armen stierf een kameraad marinier. Dat moet een afschuwelijke ervaring voor hem zijn geweest. Een trauma, waarover hij later nooit wilde praten, maar dat voor een groot deel bepalend voor zijn leven is geweest. Dit vertelde hij me pas op zijn sterfbed.
    Er waren veel verhalen! Verhalen waar je als kind met rode koontjes van spanning en trots naar luisterde. Het op de vlucht zijn voor de Duitsers, omdat papa werd gezocht voor de “Arbeitseinsatz”, zijn vlucht naar Reims in Frankrijk en toen hij weer terug was in Nederland het stelen van accu’s, aardappelen en ander voedsel onder de handen van de Duitsers vandaan. Dat ging hem redelijk gemakkelijk af omdat hij goed Duits sprak.
    Het verhaal van de voettocht van mijn moeder en één van haar oudere zussen van Amsterdam naar Hengelo, uiteraard met de nodige ontberingen en angstige belevenissen onderweg. De speurtocht van mijn vader om mijn moeder daar in Twente te vinden. Dat lukte hem ook nog! Het verhaal van de hongerwinter, het kappen van bomen om vuur te kunnen maken, het koken van bloembollen, andere gewassen en noem verder maar op.

    Die verhalen vond je als kind prachtig. Wát een avontuur! Maar het bleven voor mijn generatie tot nu toe slechts verhalen. Nu pas, alle dagelijkse beelden ziend op TV en sociale media, krijg je als ouder wordende man pas enig concreet idee van wat het voor de generatie van onze ouders allemaal moet hebben betekend. De oorlog heeft hun verdere leven getekend en onze generatie is vervolgens in luxe en comfort oud oud aan het worden; nooit meer een oorlog verwachtend, dromend van de eeuwige vrede. We zijn wakker geschud en liggen er soms ook wakker van. Ik hoop zó dat volgende generaties tóch vooral in vrede zullen kunnen leven!

    • Chris Coolsma schreef:

      Beste Bert,

      lang niet naar de Website gekeken, dat zullen ingewijden als jij begrijpen. Als we de tijd hadden om er langer over te praten, zouden er nog veel meer oorlogsverhalen bovenkomen. Een Joodse oud-klasgenote vroeg wat de oorlog met ons heeft gedaan. Die vraag zette me aan tot opschrijven van het verhaal van mijn familie in die oorlog. Veel van wat de oorlog met mij persoonlijk heeft gedaan, is afgeleid van hun belevenissen. Daarnaast zijn het boeken en kranten en films die het beeld verder hebben ingevuld. Ik besefte gaandeweg, dat het lot van de Joden mij pas echt duidelijk begon te worden bij het lezen van ‘Ondergang’ van Presser. Toen was ik al student. Op de middelbare school werd er niet over gesproken. Er was nog veel onderhuids anti-semitisme zonder dat het aan de oppervlakte kwam.
      Het is waar, oorlog leek ver weg en nu is hij weer dichtbij. ‘We zijn wakker geschud en liggen er soms wakker van’, zo is het precies. Terwijl er onafgebroken oorlogen hebben gewoed sinds 1945, moordpartijen, zelfs genocide plaatsvonden, werden we – nou ja, de meesten onder ons – daar toch minder door geraakt dan de terreurdaden van de Russen in de Oekraïne. Ik maak me zorgen over de toekomst van mijn kleinkinderen.

  4. Jac de Bruijn schreef:

    Dank voor vertellend verhalen – en de antwoorden vertellen verder … bij ons kwamen de verhalen niet aan tafel… pas veel veel later tipjes zonder houvast … geen ouders van veel woorden zeg maar, des te belangrijker dat anderen blijvend vertellen over wat niet mag zijn!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *