Seizoen, seizoen, wat ga je nu doen? (13)
Chris Coolsma
Schuilplaats
De man met de pluizige hond hangt in een tuigje aan het plafond. In zijn schuilplaats, een morsige datsja in het land van de incourante auto’s. Hij is niet alleen. Wat nu? Een ceiling hanger, dat is weer eens wat anders in de thrillerliteratuur. Want ik moet het over iets anders hebben. Heb jij dat ook, dat je tijdens de uitbraak overvallen bent door een sterk besef van kwetsbaarheid en vergankelijkheid? Niet alleen van jezelf, maar van alle mensen en hun pogingen om zich te beschermen met wetten, sociale verbanden, muren, staten en legers? Het was mijn bedoeling om er juist niet over te schrijven, maar nood breekt wel eens glas.
Soms komt een gedicht vanzelf en snel, soms heeft het tijd nodig. Jarenlang probeerde ik de gevoelens bij een installatie in het Guggenheim museum in Bilbao te vangen in meer dan de dagboekaantekeningen uit die tijd. Het kwam door het gebouw en door de wandvullende foto’s van Wim Wenders dat ik er gevoelig voor was. Ik werd overweldigd door de durf, de visie, de verbeelding en de schoonheid, die tegelijkertijd vervreemdend en grimmig was. Het greep me aan zoals de koepel van de Sint-Pieter, het roosvenster van de kathedraal van Amiens en het labyrint in Chartres. Door het ongeloof over de ruimte, de architectuur en de kleuren. In de landschappen die Wenders fotografeerde, is de mens afwezig, maar toch alomtegenwoordig. Je ziet verval, verlies, verlatenheid en verwatenheid. Er is niets om in te schuilen, of het moet een autowrak of een ruïne zijn.
Op de vloer van de kathedraal onder die foto’s stond een installatie genaamd ‘unreal city’. Een schijnschuilplaats. Ik dacht er pas weer aan nadat het thema ‘schuilplaats/ toevluchtsoord’ op mijn weg kwam in dit pandemische pandemonium. Het had 18 jaar geduurd, maar nu was het gedicht er in een half uur. Ik ben benieuwd wat je ervan vindt.
Een hut van glas als een eierschaal
Ooit zag ik een hut van glas
glazen wanden, glazen dak
in het schip van een museumkathedraal
als een iglo met flinterdunne wanden
die geen beschutting gaven
al konden ze niet smelten
Het ontroerde me, dit weerloze bouwwerk
met de schijn van een hut
broos als een eierschaal
Een breekbare schuilhut voor alles van waarde
gedoemd om versplinterd te worden
door de laars van onbenul
Dat is beschaving, dacht ik
een schuilhut van glas broos als een eierschaal
de tijd zal ons leren en anders wij zelf wel
5 reacties
Een koepel van glas, kwetsbaarder kan het niet zijn.
Een mooi beeld als je nadenkt over de kwetsbaarheid van onze aardbol, onze persoonlijke veiligheid en die van de mensen die ons hart bevolken.
De breekbaarheid van ons bestaan, de dunne laag van onze beschaving die hier en daar echt al barsten vertoont. Het zijn kleine scheurtjes, zoals die in de autoruit, die onherroepelijk zullen leiden tot een verkruimelend schild waarachter we ons veilig waanden.
De kwetsbaarheid van schoonheid, harmonie en integriteit. Er staat zoveel op het spel.
Wie zich graag met geschiedenis bezighoudt, ziet ook de parallel met de interbellums in het verleden.
Juist in gevaarlijke tijden zoekt een grote groep mensen (die denkt zich dat te kunnen veroorloven) vergetelheid in hedonisme en wilde feesten. Zoals de Romeinen juist voor hun ondergang en de Weners rond 1900. Alsof het zwaard van Damocles niet allang boven ons hangt.
Is het beter te negeren wat we vrezen? Mij ontbreekt daarvoor het talent.
En ik denk aan het prachtige lied “vluchten kan niet meer” van Frans Halsema en Jenny Arean.
https://youtu.be/sE2yz-L64ag
Dank voor de inspiratie, Chris
Je brengt precies onder woorden wat ik wilde uitdrukken, Mariëtte. Mooi! Aanvankelijk was ik bezig met een column over de totstandkoming van dit gedicht. Dat is er nu ook nog wel in terug te vinden, in elk geval de inspiratiebron. Pas nadat het gedicht af was las ik het vakantiedagboek over die reis in 2002 terug. Over deze ‘unreal city’ schrijf ik bijna niets. Wel over de indrukwekkende foto’s van Wenders. En pas bij het lezen daarover herinnerde ik me weer dat juist die foto’s mij gevoelig maakten voor deze kwetsbare iglo’s. Je schrijft in een volgende reactie aan mij persoonlijk nog hoe de strategisch gekozen woorden en de dubbele bodems het lezen tot een avontuur maken. Dat is zó boeiend! Dat een kunstwerk ook al is het voltooid, nooit af is, omdat het verder groeit in het hoofd van de luisteraar, kijker, lezer. Lees maar er staat nog meer dan er staat (en ik wist niet eens precies dat dat er in staat. De inspiratie spiegelt voort.
Scherpe contouren schets je – met nuance – iets dat te weinig gebeurt op sturende plekken! Luisteren naar beelden is een krachtig middel tegen al te grote visies en eenzijdige dadendrang! Het zou zo maar een politiek appèl kunnen zijn!
Een politiek appèl is het zeker, al zullen degenen die het op appèl zou moeten roepen en aan wie het zou moeten appelleren er niet naar luisteren omdat kunst ze worst zal zijn. In Nederland is de stoeptegelcultuur (woord van Inez Weski) algemeen geworden. Zo plat als een dubbeltje. Zo platgetrapt als een dubbeltje. Ik droom van een opstand van de kunstenaars en de kunstliefhebbers. Hadden we maar tractoren. Dan lieten we die op ons erf staan en liepen we in een vrolijke, chaotische optocht achter wagens met symfonieorkesten, jazzbands en anderhalvemeterkoren naar het Malieveld voor het festival van de professionele kunst. Ik kijk jaloers en wanhopig naar landen om ons heen. En nu denk ik maar aan ervaringen waar ik wel gelukkig van word. De groeiende spiraal van steden op het bioscoopscherm van Cinema Europe. De podcast 32 x Beethoven van Igor Levit. GRATIS! Het Dumkytrio van Antonin Dvorák, voor het eerst helemaal doorgespeeld. De tuinconcerten die overal worden georganiseerd. De romans die in een niet aflatende stroom worden geschreven. De Taalshow van Frits Spits. Alle afleveringen van ‘de vloer op’. GRATIS! De laars van onbenul zal ons niet plat krijgen.
Ga graag mee op de platte kar, Chris! Goeie reactie