Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

Augustus column: Two sjiesjens

Kunst, cultuur, natuur en wonen in De Egelantier

Seizoen, seizoen, wat ga je nu doen? (2)


Chris Coolsma

Two sjiesjens

Er zijn mensen die nooit iets veranderen. Ze bestellen altijd hetzelfde in restaurants. Ze rijden hun hele leven hetzelfde merk auto of fiets. Ze drinken altijd hetzelfde biertje. Ik noem ze Pizza nummer 13 mensen, naar de buurvrouw. Altijd kwattre stazjone, nummer 13. Er zijn ook mensen die nooit twee keer hetzelfde willen. Ze eten nooit twee keer in hetzelfde restaurant. Ze proberen regelmatig een nieuw merk of model.  Ze zeggen bij het afscheid van een appartement, hotelkamer of restaurant nooit tot ziens.  Eerder dat het fijn of lekker was en het ga u verder goed.  Ik zit er tussenin. Ik verander graag van spijs om de bekende reden. Maar wat ik nooit verander zijn de lichaamsverzorgers. De tandarts, de dokter en de kapper. 

Toch maak ik daar sinds 2009 af en toe een uitzondering op. We waren in San Francisco. Mijn haar waarschuwde al een tijdje dat er geknipt moest worden. Het gaat dan krullen, wordt sneller vet en laat opstandig zien dat ik drie kruinen heb. We liepen een straat met een hoge kappersdichtheid in. Op de hoek begon het met een haarjuwelier. Daar deed Chad iets moois voor $ 80 en vroeg Jock $ 90 voor something different. De baas, de beroemde haarkunstenaar Phuong , moest $ 130 vangen, ook omdat hij de baas was.

Verderop werd het steeds goedkoper. En ook steeds Chinezer. De teksten op de muren werden Chinees, een schoolplein had net zo goed in Changzou kunnen liggen. Op een verbleekt groen spandoek boven een kapsalon stond in gouden letters ‘Golden Palace Hair Shop (Grand Opening!)’ Een vriendelijke kapster sprak me aan: ‘You want haircut? Come, come. Only 6 dollers.’ Dat wilde ik meemaken. Een man installeerde me in een stoel naast een Chinese dame, die zojuist iets ingewikkelds aan haar kapsel had laten doen en bij het weggaan wat extra dollers in de schortzak van de kapster stopte. ‘No, no’ –‘Yes, yes’ – ‘No, no’, etc. Terwijl Lidi op de achtergrond niet meer bijkomt, knipt de kapster voorzichtig en al vragend een mooi model in mijn haar, dat nu weer even ophoudt met zeuren. We kunnen goed met elkaar praten, zolang de zinnen niet langer dan vijf woorden zijn. Zo leer ik over de seizoenen in China en in San Francisco.

  • You want short?  – You want shave or scissors? – You want over ear? – Nice, curly hair! – Is nice. Hair short is handsome, you handsome guy. -The ends are curly. Nice. Nice. -Americans like this (gel). – How many sjiesjons in Holland? – Four? – Four is good! – San Francisco only two sjiesjens. – Not good! – China four sjiesjens. Is nice. Spring is nice. No Spring here. Holland Spring nice too? – 

Een schat van een mens. Ik zou haar permanent als kapster nemen als ze wat dichterbij woonde. In alle seizoenen. En ik ga op vakantie vaker naar een kapper. Prijsvraag: Hoe heette je eerste kapper? Hoe lang ben je bij haar of hem gebleven? Het meest bijzondere antwoord wordt beloond met een speciale vermelding bij de volgende column.

2 reacties

  1. Cees schreef:

    Mijn hele jeugd naar Kapper Kamsteeg in Hardinxveld gegaan. Een mysterieuze lange man met donker haar en een grote zwarte snor. Hij zou van “de mannenliefde zijn”. Doodeng om daar als jochie langs te gaan en ongetwijfeld een van de redenen dat mijn haar wat langer werd tijdens de pubertijd!

  2. Chris Coolsma schreef:

    Gefeliciteerd, Cees, met een erg leuk en leerzaam antwoord. Het zal je niet verbazen dat je ook dit keer de prijs wint. Je wordt speciaal vermeld bij de oktobercolumn. Mijn eerste kapper heette van der Pijl. Ik ging met mijn vader mee als kleine jongen. De kapsalon lag achter een sigarenwinkel aan de Verlengde Slotlaan in Zeis, naast Apotheek van Zanten. Er stonden drie originele roodlederen, verstelbare kappersstoelen met hoofdsteun met wit papier voor de monumentale spiegelwand. Op de marmeren tafel stonden de flessen met Birkenwasser. Er hing een blauwe walm van sigarenrook. In de hoek van het vertrek was een luik waar de afgeknipte haren in werden gebezemd. Op het tafeltje lag uiteraard de Lach, een blad met schuine moppen en relatief ontklede dames. Als mijn haar geknipt was, deed de kapper er brillantine in, net als bij mijn vader.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *