Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

Mei 2021: 2-11 Send in the clowns

Seizoen, seizoen, wat ga je nu doen?

Chris Coolsma

mei 2021: Send in the clowns (1)

Dit begint in een restaurant in Groningen. Er was daar vaak live muziek. Ik was inmiddels beneveld genoeg geraakt om op de cool swingende pianist af te stappen. ‘Geef je ook les aan oude mannen?’ vroeg ik. Drie maanden later had ik weer moed genoeg gevat om het nummer te bellen dat hij me gaf. ‘Coolsma? zei hij. ‘Je vrouw of vriendin belde gisteren om te zeggen dat ze je drie lessen voor Sinterklaas wil geven!’ Het zijn er ongeveer 480 geworden. Daar kan je een leuke auto voor kopen, maar op een auto kan je geen jazzstandards spelen. Op een jaarlijkse leerlingenavond stapte een forse Antilliaan met een licht slepend been op me af. Ze gingen een band vormen, wilde ik meedoen? Ik kocht een keyboard en stapte op een avond zo’n repetitiezaaltje binnen, dat overal in het land te vinden is in grotachtige, uitgewoonde  spelonken.

Een vadsige, bleke krullenbol met een driedagenbaardje was bezig zijn altsaxofoon uit te pakken. Ik ben zijn naam vergeten, maar Korsakov past goed. Innemende ex-cafébaas, tijdelijk zonder werk. Hij bleek uit te blinken in het onmiddellijk vergeten van zojuist gemaakte afspraken over de inzet, de vorm, de solo’s en de breaks. ‘Jij begint’, zei hij dan, waarna hij zelf a-hng- a-hng- ahnghnghnghng in zijn instrument neuzelde en begon. Vierkwartsmaat, inderdaad. Achter de drommmz was een nog blekere, graatmagere man wat aan het rommeldebommen.  John, ja, ik weet het weer, maar Jack the Ripper past beter, want directeur van de snijzaal van het Academisch Ziekenhuis. Jack wilde liever alleen cool bop spelen. De Antilliaan, Beau, on tenor, was laat, dat bleek een gewoonte. Hij zat in de WAO na een dienstongeluk. ‘Don’t hurry, be happy’  kon zijn levensmotto zijn. We missen nog de bassist, een plaatselijk befaamd pianostemmer uit een brinkdorp, traag Gronings, groot fan van de Beatles en toch bedreven in jazzlijntjes op zijn elektrische basgitaar. Achteraf gezien geloof ik mijn ogen niet als ik de ringband met de playlist doorblader. Veertig nummers! Een belangrijk deel van mijn jazzlessen bestond uit voorbereiden van nieuwe nummers. Want laten we wel wezen, in dit vreemde gezelschap paste de onervaren klassieke pianist met een licht opvliegend karakter en totaal gebrek aan improviserend vermogen perfect. Een band drijft op communicatie, deze bende dreef op misverstanden. Na een jaar begon Korsakov te pushen dat er een gitarist bij moest. Dat geeft geheid problemen met de piano – twee akkoordinstrumenten gaan elkaars akkoorden stelen. De bas en ik waren tegen. Een week later betrad een knappe veertiger met een schots geruit giletje en een blitse gitaarkoffer de spelonk. Victor. Natuurlijk.

Ondanks alle misverstanden groeide de playlist dus en nadat een trompettist, in mijn ogen lijkend op een advocaat van kleine louche zaakjes, ons overcompleteerde, werd het tijd voor de eerste gig. Inmiddels was ik voldoende thuisgeraakt in het jazzlingo en speelde ik net zo makkelijk from top, four by four, solos, up tempo, ballad, bluesy, lyrics en alternate takes, dus gig begreep ik meteen.

Victor zou ook een beetje zingen (dan zat hij mij tenminste niet in de weg). De zaal was goed gevuld. Het liep lekker. Geen idee wat ik deed in mijn solo’s, maar ik kreeg applaus. Tijdens het vierde nummer van de eerste set, Victor kwam na de intro net op stoom, stapte een ober kordaat het podium op en rukte de microfoon uit z’n hand. We kwamen rommelig tot stilstand. De ober keek rond en sprak: ‘Wil de eigenaar van de Opel met het kenteken GT-0909-JZ zich melden? De lichten zijn nog aan!’

Was het een teken? Op de dag van de volgende repetitie belde Korsakov. ‘Ja, hai, eh, John en ik hebben besloten om de band op te heffen’.

Dat was dus meteen ook mijn laatste gig, maar Ik heb in elk geval die ringband nog, en het keyboard.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *