In de loop der jaren is de Egelantier regelmatig ‘bezongen’, door bezoekers , door vrienden en door ons.

De Egelantier
Sarah Miles Ets, ingekleurd
augustus 2019
Hieronder volgt dat eerbetoon.

Vermoeden van poëzie
De Egelantier, midzomernacht 1980.
Zo’n 35 ‘dichters’ komen met hun eigen gedichten en verhalen naar de Egelantier en dragen deze aan elkaar voor.
Vermoeden van poëzie is de titel van de bundel, waarin deze gedichten en verhalen zijn opgenomen. Een uitgave uit 1980.
Acht van deze gedichten kunnen gezien worden als ode aan de egelantier, de roos dan wel het huis.
Hieronder volgen ze alle acht.
De Egelantier
De Egelantier
is de wilde roos
die met zijn scherpe doornen
in weinig jaren een ondoordringbare haag
kan maken
maar met zijn korte bloei
van tere roze bloemen
verwijst naar wolkenloze hemels
waaronder verwondering
te lezen staat.
Hans Nobel
Vermoeden van poëzie, 1980
De Egelantier
In bossen, duinen, en bij heggen,
hoor ik vaak de mensen zeggen:
“Ze bloeit met vorstelijke pracht.”
Mijn roze bloemen, zijdezacht,
vol zoete geur, zijn ook beroemd.
Ik word de koningin genoemd
van alle rozen die er zijn.
Pas op, mijn stekels doen wel pijn.
Maar raak mijn blad eens even aan;
die appelgeur komt daar vandaan!
Cicely Mary Barker, vertaling Nannie Kuiper (1975)
Opgenomen in: Vermoeden van poëzie, 1980
Zondagmiddag
De Lucht belooft lente
De Aarde weet nog niet hoe
Het Water wemelt van
zonlicht
Als vertellend van
een brandend Vuur
Met een schok
van herkenning
Jij, Egelantier!
Grofkluitige grond
tot dromen bereid
en nog meer.
Fantasie grenst aan werkelijkheid
Voor wie hier binnengaat.
Stans Ligthart
Vermoeden van poëzie, 1980
Vriendschap
Die vriendschap die ik soms
weer zo duidelijk voel
totaal en vol liefde
is wat ik bedoel.
Lieve Egelantier
Ik ben blij dat ik die in jou ken
Ik heb ook jou nodig
om te zijn wie ik ben.
Jettie Broekman
Vermoeden van poëzie, 1980
Dichterbij de boerendichters
Op zomaar een zondagmiddag
ontdekte ik de boerendichters
op gastvrij land
aan een rivier van warm water
in een tijdloze bedding
van solidariteit
waar het leven
vol gevoel door sloten
van vrede klopt
en de jonge boom
van de gastvrijheid groeit
tot volwassenheid geroepen
door het zonnelijk vuur
Nu boetseer ik deze woorden
uit de talige klei
van de oever
en kom dichter bij
de boerendichters
die met zachte hand
zaaien en oogsten
en goed leven
in de feestelijk
roze beschutting
van de Egelantier.
Bert Hebing
Vermoeden van poëzie, 1980
De boeren
De boeren voeren o zo stoer
Eén boer zat aan het roer
En één boer stond op de loer
Kijk die boeren o zo stoer
De baas van de boeren zei: daar is mijn moer
Wat had moer?
Moer had een snoer.
En wat zat daar? Een pier:
Hij zat op de deur van juffrouw mier.
En het huis van juffrouw mier
heette de Egelantier.
Sietske van Rossum (geschat 9/10 jaar)
Vermoeden van poëzie, 1980
De Egelantier
‘k Denk met plezier
aan d’Egelantier
en d’activiteiten buiten en binnen
aan muesli ’s morgens bij ’t ontbijt
en vlierbloesemdrank omstreeks theetijd
en ’t verven van wol na het spinnen
‘k Denk met plezier
aan d’Egelantier
in de midzomernacht van 1980.
Deze keer wordt er op talent gejaagd
en wordt er een verhaal of gedicht gevraagd
en ik vind ze stuk voor stuk allemachtig
prachtig.
Margriet Posthumus
Vermoeden van poëzie, 1980
Na midzomer
Heimwee
is voorlopig
dichter bij de Egelantier
dan het nieuw verlangen
naar een andere taal
Het vers is nog te vers.
Hans Nobel
Vermoeden van poëzie, 1980
……………………………………………………………………………………………………………………………….
De Egelantier, zomer 2019.
Onverdroten gaat het dichten door.
Kijk en lees maar!
Een dame van stand
al is ze grillig en verward
en lijkt ze stekelig van zinnen
ze toont alom haar gouden hart
en ieder die wil mag er binnen
liefst wordt ze dagelijks bevrucht
en plein air, in de open lucht
gehuld in ruches en rozetten
ze houdt graag alles in het nette
haar kelkje houdt ze zelden droog
en het gaat fluks van hand tot hand
maar enkel met het pinkje hoog
ja, zij maakt altoos goede sier
er is geen plant zo elegant
als de Egelantier
Henri Nijenhuis, zomer 2019
Egelantie
Als de egelantie toeslaat
dan berg je maar
de peren rijp, de rapen gaar
hoed u voor letters, voor spetters,
voor knetters en trompetters
en her en der
dwaalt een enkele ‘R’!
En dit alles, door seizoenen omhuld,
is allemaal, helemaal Hans z’n schuld
(misschien straks ook de muggenbult).
Marianne van Delft, zomer 2019
……………………………………………………………………………………………………………………………….
Nieuwe aandacht voor de Egelantier vinden we, in mooie taal, in twee columns uit 2020:
‘De Egelantier en Amsterdam’ door Bert Hebing
en
‘Doel doet leven’ door Chris Coolsma
“Het is een poëziebevorderend oord, een lieflijke plek met een patina van een bruisende menselijke geschiedenis.”
Ik hoop dat we, eenmaal bevrijd van een wonderschoon maar levensgevaarlijk oorlogsscheepje(het corona-virus), elkaar daar nog eens zullen ontmoeten omdat Hans en de zijnen besluiten om nog één keer een feest te organiseren, waar we dan natuurlijk allemaal aan zullen bijdragen.” (Chris Coolsma, 2 juni 2020)
2 reacties
Hans nobel, wat een mooie gedichten over de egelantier!! Ik kom er nu achter dat egelantier een struik is met hele mooie bloemen. Wat een prachtige naam die jullie aan het huis hebben gegeven. Mooie landelijke foto’s en een leuke site. Lieve groet Linda
Dag Linda,
Dank voor je bezoekje aan deze vierseizoenensite.
Je weet dat jouw opa, Bertus van Doorn, hier als jongen al met groenten aan de deur kwam en later is getrouwd met de boerendochter van dit huis, Aartje Schep, en zo de vader van jouw moeder werd.
Van midden jaren ’70 tot 2010 kluste hij elke zaterdag met ons op de boerderij, die (sinds 1975) de Egelantier is gaan heten.
De Egelantier bloeit elk jaar in begin juni. Dan ben je (en familieleden) natuurlijk welkom om die bloei zelf te zien.