Peursumseweg 53, Giessenburg
info@egelantierseizoenen.nl

Russische seizoenen; originelen & vertalingen

De vier seizoenen in de Russische poëzie

 enige gedichten van Aleksander Poesjkin, Anna Achmatova, Marina Tsvetaeva, Sergei Jesenin en Boris Pasternak

vergaard door Anna Sergeyevna Kouznetsova en Bert Hebing

 Aleksander Poesjkin Lente (uit: Jevgeni Onegin)

Гонимы вешними лучами,

С окрестных гор уже снега

Сбежали мутными ручьями

На потопленные луга.

Улыбкой ясною природа

Сквозь сон встречает утро года;

Синея блещут небеса.

Еще прозрачные, леса

Как будто пухом зеленеют.

Пчела за данью полевой

Летит из кельи восковой.

Долины сохнут и пестреют;

Стада шумят, и соловей

 Уж пел в безмолвии ночей.

 

*****

De lente bracht de sneeuw tot smelten.

In modderstromen spoedde zij

zich naar de overstroomde velden;

rondom kwamen de heuvels vrij.

De aarde glimlacht; nog geborgen

in slaap begroet zij stil de morgen

van ’t jaar. De hemel straalt en blauwt

en ’t nog doorzichtig bos ontvouwt

een waas van groen. De bijen peuren

vanuit hun wassen cellen naar

de rente van ’t veld. De dalen waar

’t al droog wordt tonen tal van kleuren.

Rumoer van kudden klinkt. Eén maal

zong ’s avonds reeds de nachtegaal.

Vertaling W. Jonker

 

  1. Marina Tsvetaevna Молодость / Jeugd 2

Скоро уж из ласточек – в колдуньи!

Молодость! Простимся накануне…

Постоим с тобою на ветру!

Смуглая моя! Утешь сестру!

Полыхни малиновою юбкой,

Молодость моя! Моя голубка

Смуглая! Разор моей души!

Молодость моя! Утешь, спляши!

 

Полосни лазоревою шалью,

Шалая моя! Пошалевали

Досыта с тобой! – Спляши, ошпарь!

Золотце мое – прощай – янтарь!

 

Неспроста руки твоей касаюсь,

Как с любовником с тобой прощаюсь.

Вырванная из грудных глубин –

Молодость моя! – Иди к другим!

*****

Weldra toverkol en niet meer zwaluw!

Jij mijn jeugd! Aleer uiteen te gaan nu,

even samen in de wind verpoosd.

Zongekoosde! Schenk je zuster troost!


 Laat je rokje laaien, het frambozen

 rode. Jeugd van mij! Mijn zongekoosde

 lieveling! Ziels drifthittige glans!

 Jeugd van mij! Kom en vertroost mij, dans!


 Schalkje van me! Glans met je lazuren

 halsdoek! Al die malle kinderkuren

 van ons beiden! – Dans je felle spel!

 Jij mijn goudje, barnsteen jij – vaarwel!


 Nee, niet zomaar raak ik aan je handje.

 Want als van een minnaar scheid ik van je.

 Jij, aan ’t diepste van mijn borst ontrukt –

 jeugd van mij – zoek elders je geluk!

Vertaling Marko Fondse

  

  1. Aleksander Poesjkin Zomer (uit: Jevgeni Onegin)

Bот время: добрые ленивцы

Эпикурейцы-мудрецы.

Вы, равнодушные счастливцы.

Вы, школы Левшина птенцы.

Вы, деревенские Приамы.

И вы, чувствительные дамы.

Веспа в деревню вас зовет.

Пора тепла, цветов, работ.

Пора гуляний вдохновениых

И соблазнительных ночей.

В поля, друзья! скорей, скорей.

В каретах, тяжко нагруженпых.

На долгих иль ва почтовых

Тянитесь из застав градских. 

*****

Nu gaat het komen! Luiaards, wijzen,

epicuristen; aardsgezind

stoer vlasbaardvolk dat Ljowsjin prijst – en

al wie ’t geluk in stilte vindt!

Gij, dames met uw sentimenten!

Gij, patriarchen! Hoor! de lente

roept u naar ’t land: het jaargetij

van warmte, bloemen, zwoegerij,

bezield gedwaal en zwoele nachten

vol maanlicht en verleidelijkheid!

Snel, vrienden! Snel! Naar buiten! Rijd

met wagens vol, met karrevrachten,

met eigen ros of postpaard uit!

Verlaat de stad! Ginds lokt de buit!

Vertaling W. Jonker

 

  1. Boris Pasternak Лето в городе / Zomer in de stad

Разговоры вполголоса,

И с поспешностью пылкой

Кверху собраны волосы

Всей копною с затылка.

 

Из-под гребня тяжелого

Смотрит женщина в шлеме,

Запрокинувши голову

Вместе с косами всеми.

 

А на улице жаркая

Ночь сулит непогоду,

И расходятся, шаркая,

По домам пешеходы.

 

Гром отрывистый слышится,

Отдающийся резко,

И от ветра колышется

На окне занавеска.

 

Наступает безмолвие,

Но по-прежнему парит,

И по-прежнему молнии

В небе шарят и шарят.

 

А когда светозарное

Утро знойное снова

Сушит лужи бульварные

После ливня ночного,

 

Смотрят хмуро по случаю

Своего недосыпа

Вековые, пахучие

Неотцветшие липы.  

*****   

Halfgefluisterde gesprekken.

Met een vurig, snel gebaar

Brengt ze haar handen naar de nek en

Maakt een wrong van’t losse haar.

 

Onder deze helm van lokken,

Mat een zware kam getooid,

Kijkt ze rond. De haren golven

Als ze ’t hoofd naar achter gooit.

 

Maar de zwoele nacht daar buiten

Dreigt: er komt een onweer aan.

Dat doet wandelaars besluiten

Om maar eens naar huis te gaan.

 

Korte felle donderslagen

En de echo antwoordt luid.

Een gordijn waait door de vlagen

Van de wind naarbuiten uit.

 

Geen geluid is meer te horen,

’t Is nog drukkend heet op straat,

Nu het weerlicht als tevoren

Tastend langs de hemel gaat.

 

Als de morgen – schoongewassen

Na de regen ’s nachts – ontwaakt,

En de hete zon de plassen

In de straat heeft drooggemaakt,

 

Kijken eeuwenoude linden,

Geurend met hun bloesempracht,

Knorrig om zich heen, gehinderd

Door gebrek aan slaap die nacht.

Vertaling Margriet Berg/Marja Wiebes

 

  1. Marina Tsvetaeva «Красной кистью…» / Vlammende, rosse lijsterbestrossen

Красною кистью

Рябина зажглась.

Падали листья.

Я родилась.

 

Спорили сотни

Колоколов.

День был субботний:

Иоанн Богослов.

 

Мне и доныне

Хочется грызть

Жаркой рябины

Горькую кисть.

 *****

Vlammende, rosse

Lijsterbestrossen.

Nazomerzon.

Mijn leven begon.

 

Zaterdag. Klokken,

Honderden, klonken,

Galmden om strijd,

 Sint-Jan gewijd.

 

Nooit zal het slijten –

De drang om te bijten

In deze tros,

Bitter en ros.

Vertaling Hans Boland

   

  1. Aleksander Poesjkin Herfst (uit: Jevgeni Onegin)

Встает заря во мгле холодной;

На нивах шум работ умолк;

С своей волчихою голодной

Выходит на дорогу волк;

Его почуя, конь дорожный

Храпит – и путник осторожный

Несется в гору во весь дух;

На утренней заре пастух

Не гонит уж коров из хлева.

И в час полудениый в кружок

Их не зовет его рожок;

В избушке распевая, дева

Прядет, и, зимних друг ночей,

Трещит лучинка перед ней.

*****

De zon komt op in grijze kilte;

de wijde korenvelden waar

geoogst is wachten in de stilte.

De honger drijft de wolven naar

de weg, het schrikkend paard snuift heftig

en voerman of berijder rept zich

de heuvel op. De koewacht staat

lang na zonsopgang op en laat

de koeien overdag óók binnen.

Zijn hoorn die hen op ’t middaguur

bijeenriep, zwijgt nu. Naast het vuur

in ’t nederig hutje zingt bij ’t spinnen

het meisje; ’t knappend spaanderlicht

beschijnt in vriendschap haar gezicht.    

Vertaling W. Jonker

 

  1. Sergei Jesenin

 Берёза / Berk

Белая берёза

Под моим окном

Принакрылась снегом,

Точно серебром.

 

На пушистых ветках

Снежною каймой

Распустились кисти

Белой бахромой.

 

И стоит береза

В сонной тишине,

И горят снежинки

В золотом огне.

 

А заря, лениво

Обходя кругом,

обсыпает ветки

Новым серебром.

*****

Onderaan mijn venster

Werd de witte berk

Zacht met sneeuw bemanteld

Als met zilverwerk.

 

Aan de donzen twijgjes

Met hun sneeuwen rand

Botten kwastjes uit als

Wit gerafeld kant.

 

En de berk staat slapend

Stil dit ochtenduur,

En de vlokken gloeien

In een gouden vuur.

 

En wanneer de morgen

Traag zijn ronde doet,

Strooit hij op de twijgen

Gloednieuw zilvergoed.

 Vertaling Kees Jiskoot

 

  1. Boris Pasternak Зимняя ночь / Winternacht

Мело, мело по всей земле

Во все пределы.

Свеча горела на столе,

Свеча горела.

Как летом роем мошкара

Летит на пламя,

Слетались хлопья со двора

К оконной раме.

 

Метель лепила на стекле

Кружки и стрелы.

Свеча горела на столе,

Свеча горела.

 

На озаренный потолок

Ложились тени,

Скрещенья рук, скрещенья ног,

Судьбы скрещенья.

 

И падали два башмачка

Со стуком на пол,

И воск слезами с ночника

На платье капал.

 

И все терялось в снежной мгле

Седой и белой.

Свеча горела на столе,

Свеча горела.

 

На свечку дуло из угла,

И жар соблазна

Вздымал, как ангел, два крыла

Крестообразно.

 

Мело весь месяц в феврале,

И то и дело

Свеча горела на столе,

Свеча горела.

*****

Een sneeuwstorm woedde in het rond

Over de landen,

En binnen op de tafel stond

Een kaars te branden.

 

Als vliegjes zwermend om het licht

Des zomers buiten,

Zo dansten vlokken vederlicht

Tegen de ruiten.

 

De sneeuwlaag op de ramen wond

Een bloemguirlande,

En binnen op de tafel stond

Een kaars te branden.

 

Het licht gleed langs de zolder heen,

Schaduwen kropen

Verstrengeling van arm en been,

Van levenslopen.


Een schoentje, haastig uitgedaan,

Viel naar beneden.

En op haar kleed kwam als een traan

Kaarsvet gegleden.

 

Er hing een nevel die de grond

Grauwwit omspande,

En binnen op de tafel stond

Een kaars te branden.

 

De kaarsvlam, flakkerend bij de ruit,

Gloed van verleiden,

Geleek een engel die wijduit

De vleugels spreidde.

 

Een maandlang ging de sneeuwstorm rond

Over de landen,

En binnen op de tafel stond

De kaars te branden.

Vertaling Margriet Berg/Marja Wiebes

 

  1. Anna Achmatova Гость / Een Gast

Все как раньше: в окна столовой
Бьется мелкий метельный снег,
И сама я не стала новой,
А ко мне приходил человек.

 

Я спросила: «Чего ты хочешь?»
Он сказал: «Быть с тобой в аду».
Я смеялась: «Ах, напророчишь
Нам обоим, пожалуй беду».

 

Но, поднявши руку сухую,
Он слегка потрогал цветы:
«Расскажи, как тебя целуют,
Расскажи, как целуешь ты».

 

И глаза, глядевшие тускло,
Не сводил с моего кольца.
Ни один не двинулся мускул
Просветленно-злого лица.

 

О, я знаю: его отрада —
Напряженно и страстно знать,
Что ему ничего не надо,
Что мне не в чем ему отказать.

*****

Als vroeger: tegen de eetkamerramen 

waait de storm stuifsneeuw.

Zelf ben ik ook niet veranderd.

Er kwam een man op bezoek.

 

Ik vroeg hem: ‘Wat wil je?’

Hij zei: ‘Samen met jou in de hel zijn.’

Ik lachte: ‘Pas op, zulke woorden 

brengen ons allebei ongeluk.’

 

Maar hij hief zijn droge hand op 

en beroerde vluchtig de bloemen: 

‘Vertel eens hoe mannen je kussen.

Vertel eens hoe je zelf kust.’

 

En de blik van zijn doffe ogen 

week geen moment van mijn ring.

Er was geen spier die bewoog 

in zijn verzaligd-valse gezicht.

   

O, ik weet hoe heerlijk hij het vindt 

om diep en met hartstocht te weten 

dat hij niets van mij nodig heeft,

dat ik hem niets heb te weigeren.

Vertaling Kees Verheul

 *************